De startopstelling in de Formule 1 wordt voor de meeste races bepaald aan de hand van de kwalificatie die op zaterdag wordt verreden. Tijdens een Grand Prix waarbij op de zaterdag een sprintrace wordt gereden geldt de uitslag van die korte race juist als uitgangspunt voor de Grand Prix op zondag. Er komen echter nog wat meer zaken kijken bij het bepalen van de uiteindelijke startopstelling. In dit artikel laten we zien welke factoren invloed hebben op de definitieve startgrid.
Kwalificatie en sprintrace
Wanneer een Grand Prix geen sprintrace bevat wordt de startgrid in principe bepaald door de kwalificatie op zaterdag. De coureur die zich voor de laatste kwalificatiesessie weet te plaatsen (Q3) en daarin de snelste tijd neerzet mag de Grand Prix vooraan beginnen.
Als er wel een sprintrace plaatsvindt bepaalt de kwalificatie alleen de startopstelling van die verkorte wedstrijd. De uitslag van de sprintrace wordt vervolgens gebruikt voor het maken van de startopstelling van de Grand Prix.
Voor beide opties geldt dat de startopstelling nog aan verandering onderhevig kan zijn. Naarmate het seizoen vordert wordt die kans groter. Dat komt omdat er nogal eens een gridstraf aan een coureur wordt uitgedeeld.
Technische gridstraffen
De Formule 1 kent veel regeltjes, zoals de technische bepaling die voorschrijft dat een coureur maximaal drie motoren mag gebruiken tijdens het seizoen. Indien de coureur aan een vierde motor toe is betekent dit éénmalig een straf van tien plekken op de startopstelling. Wanneer Lewis Hamilton dus pole-position pakt, maar hij heeft net zijn vierde power unit in zijn auto laten zetten, dan moet hij de race vanaf de elfde plek aanvangen. Ook het wisselen van een versnellingsbak kost je een straf, vijf plekken om precies te zijn. Ook het te vaak of te snel vervangen van andere onderdelen zoals de uitlaat, elektronica en turbo kan een technische gridstraf opleveren.
Andere gridstraffen
Naast deze technische straffen heb je ook nog straffen die vanwege ongeoorloofde praktijken op de baan worden opgelegd. Zo kan een coureur voor een illegale actie in de race worden bestraft door bij de volgende race een aantal plekken teruggeplaatst te worden op de grid. Bijvoorbeeld wanneer hij een crash veroorzaakt, of een onreglementaire manoeuvre maakt.
Tijdens een race volgt er vaak een drive-through penalty of een aantal seconden extra stil staan in de pits. Maar aan het einde van de race, of wanneer de coureur uitvalt en zijn straf dus niet in de race kan uitzitten, kan worden besloten om de straf te verplaatsen naar de volgende race. De rijder wordt dan bijvoorbeeld tien plekken naar achteren geplaatst op de startgrid ten opzichte van zijn kwalificatiepositie.
Wanneer een coureur met een straf op zak pole-position rijdt, wordt deze dus ook teruggezet. Maar in de boeken zal altijd blijven staan dat deze coureur officieel de pole-position had, omdat hij immers de snelste was in de kwalificatie.
De startgrid
De startopstelling bestaat uit twee rijen. Eén aan de linker- en één aan de rechterkant van de baan. De coureur die als tweede start staat dus naast de polesitter, maar wel een aantal meter verder naar achter. Op dezelfde manier is ook de rest van de grid ontworpen. Op sommige circuits maak het veel uit aan welke kant je start, bijvoorbeeld omdat die schoner is of een betere uitgangspositie biedt voor de eerste bocht. Op circuits zoals Monza maakt het veel uit of je links of rechts start. Wanneer op een recht stuk vooral aan één kant gereden wordt betekent het dat er aan de andere kant veel vuil ligt en weinig rubber waardoor je daar bij de start vaak veel tijd verliest, omdat er weinig grip is.